Het Hydrogeneringsproces
De stad met huizen en straten op de omslag vormen een voorstelling
van het chemische proces dat centraal staat in dit proefschrift:
hydrogeneren van eetbare oliën en vetten. Het hydrogeneringsproces
wordt al bijna een eeuw industrieël toegepast in onder andere
het maken van margarine uit zonnebloem- en sojaolie. Hydrogeneren
is het chemisch binden van waterstof aan de vloeibare oliën,
waardoor ze veranderen in vet. Ondanks de vele ervaring worden er
nog steeds teveel ongewenste, voor de mens minder gezonde, bijprodukten
gevormd. In het proces zijn vele reaktiestappen en (bij)produkten
te onderscheiden die in het, vaak praktisch gerichte, onderzoek
aan dit proces zelden apart worden gemeten. In dit onderzoek is
de aanpak om juist eerst de deelstappen te onderzoeken en zo stap
voor stap de kennis over het proces op te bouwen.
De eetbare olie- of vetmolekulen heten triacylglycerides en bestaan
uit drie onderling verbonden staarten, de vetzuren, zie Figuur 1.
Bij een volledig ‘verzadigd’ vet (hoog smeltpunt) zijn
alle koolstofmolekulen van de vetzuren geheel bezet (verzadigd)
met waterstof. Deze vetzuren heten stearine(zuur) (S). Echter, in
geval van een olie komen in de vetzuren zogenaamde onverzadigde
verbindingen voor, in twee ruimtelijke strukturen (isomeren), namelijk
cis, zoals oleaat uit Figuur 1, en trans (elaidaat).
Figuur
1. Een oliemolekuul met een
geheel verzadigde (stearinezuur),
een enkelvoudig (oliezuur) en een dubbel
(linolzuur) onverzadigde vetzuurketen.
De hydrogenerings en isomerisatiereaktie.
Beide
isomeren verlagen het smeltpunt. Bij het hydrogeneren van de onverzadigde
verbindingen (verzadigen met waterstof, zie Figuur 1) stijgt het
smeltpunt en daarom wordt hydrogeneren ook het ‘harden van
olie’ (tot vet) genoemd.
Als voorbeeld het hydrogeneren van zonnebloemolie. Zonnebloemolie
bevat veel onverzadigde verbindingen, onder andere het linoleaat,
L, (nauw verwant met linolzuur) uit Figuur 1 (twee cis verbindingen).
In het verloop van de reaktie ontstaan allerlei tussenprodukten.
Figuur 2 toont hoe tijdens de hydrogenering de samenstelling van
het reaktiemengsel in het reaktievat verandert gedurende de tijd.
Zo is bijvoorbeeld na 1 uur het linoleaat (L) weggereageerd naar
30 % oleaat (O), 20 % elaidaat (E) en 30 % stearaat (S). Na 4 uur
is alles omgezet in stearine, dat pas smelt bij 70 °C. We moeten
de hydrogenering dus eerder stoppen. Verder is trans het ongezonde
bijprodukt. Het doel van het onderzoek is om de juiste reaktieomstandigheden
of katalysatoreigenschappen te vinden voor een optimale samenstelling
van margarines in termen van een hoog linolzuur en laag trans gehalte
en een gunstig smelttrajekt (oftewel goed smeerbaar).
Figuur
2. Een voorbeeld van de hydrogeneringsreaktie
De
katalysator
Om margarine te maken van zonnebloemolie moet je dus waterstof toevoegen,
maar het hele proces komt alleen goed op gang wanneer een katalysator
wordt toegevoegd, zoals de hier onderzochte nikkel-katalysator.
De katalysator is het metaal nikkel, dat echter is aangebracht op
een drager, in dit geval silica (SiO2). Olie- en het waterstofmoleculen
binden (tijdelijk) aan het katalytisch oppervlak, waardoor ze (veel)
gemakkelijker met elkaar reageren dan wanneer ze in de vloeistof
zijn.
Het proces is op microschaal als volgt voor te stellen. Een oliemolekuul
in de bulk van de vloeistof zwemt de poriën van het katalysatordeeltje
binnen. Dit wordt diffusie genoemd en is in Figuur 3 gesymboliseerd
met De (effektieve diffusie-coefficient) op de ‘wegen’.
In het deeltje kan het molekuul vastkleven (adsorberen) aan een
nikkelbolletje (adsorptie, Ks). Hetzelfde gebeurt met het waterstofmolekuul.
Eenmaal op het nikkelbolletje (de ‘huizen’) wordt de
dubbele binding van het vetmolekuul reaktief gemaakt en treedt de
eigenlijke reaktie op: het omzetten van cis naar trans of het verzadigen
van de verbinding, gesymboliseerd in het reaktieschema met L, O,
E en S.
Figuur
3. De ‘katalysator’.
De
produkten die tijdens de hydrogenering worden gevormd zijn het resultaat
van de processen in het katalysatordeeltje. Dit promotieonderzoek
is erop gericht om elk proces (diffusie, adsorptie en reaktie) systematisch
en zoveel mogelijk afzonderlijk van elkaar te onderzoeken. Met deze
gegevens kunnen dan de optimale reaktieomstandigheden worden berekend
of nieuwe katalysatoren worden ontwikkeld voor de produktie van
margarines met een laag trans en een hoog linoleaat (linolzuur)
gehalte.
Onderzoek en Resultaten
Hydrogenering van enkelvoudig onverzadigde verbindingen.
Het proefschrift begint met een eenvoudig hydrogeneringsproces:
de hydrogenering van een enkelvoudig onverzadigde verbinding. De
reaktie verloopt via een paar elementaire stappen, zoals adsorptie
van de enkelvoudige onverzadigde verbinding en de waterstof aan
het katalysatoroppervlak, en de eigenlijke reaktie van het waterstof
met de onverzadigde verbinding. Als benadering stellen we nu (een
bekend gegeven uit de literatuur) dat in feite maar 1 of 2 snelheidsbepalende
stappen de reaktiesnelheid dikteren. De formules om de hydrogenering
van een willekeurig mengsel onverzadigde verbindingen bij een bepaalde
reaktietemperatuur en waterstofdruk te voorspellen worden hiermee
een stuk versimpeld. Voor deze reaktie is die snelheidsbepalende
stap niet bekend. Door allerlei formules (ook wel modellen genoemd)
te toetsen aan experimenten moest de formule gevonden worden die
de hydrogenering van enkelvoudige onverzadigde verbindingen het
best beschrijft.
Figuur
4. De hydrogeneringsopstelling. 1 = reaktor, 2 = roerder, 3 = filter,
4 = aktivering.
Figuur
5 geeft een foto van de opstelling. De slede waarin de kolom en
detektor precies inpassen, schuift in een oven (niet op de foto
te zien). Het is een algemeen gegeven dat met de kleine katalysatordeeltjes
die we moesten toepassen (0.01 mm) het lastig is om een regelmatige
pakking van de deeltjes te verkrijgen. We hebben daarmee uitgebreid
geexperimenteerd (in samenwerking met Chrompack, NL). Uit een reeks
experimenten bij 40 en 80 ?C hebben we de diffusiecoefficient van
sojaoliemoleculen kunnen meten en deze getallen zijn uniek in de
literatuur over dit onderwerp.
De getallen voor de diffusiecoefficient van de sojaoliemoleculen
uit de hydrogenerings- en de kolomexperimenten komen niet overeen,
maar dat valt te begrijpen: de hydrogeneringsexperimenten geven
vooral de invloed van kleine poriën weer (waar zich voornamelijk
de reaktie afspeelt), terwijl de kolomexperimenten meer nadruk leggen
op de grotere poriën. Alhoewel de HPLC experimenten minder
nuttig zijn voor de hydrogeneringsreaktie, vullen de beide experimenten
elkaar wel aan, waardoor we een meer volledig beeld krijgen van
de katalysatorstruktuur.
Figuur
5. De ‘HPLC’ opstelling. 1=kolom, 2=injektor, 3=detektor.
Adsorptie
van onverzadigde vetzuren.
Tenslotte is de adsorptie van de onverzadigde vetzuren gemeten.
Deels volgt die informatie ook uit de kolomexperimenten, maar er
is tevens een aparte opstelling ontwikkeld, speciaal voor adsorptieexperimenten.
Figuur 6 toont de zelf ontwikkelde reaktor, die niet geroerd wordt,
zoals bij Figuur 4, maar geschud, zodat het stroperig mengsel van
vloeistof met daarin 60 gewichtsprocent katalysatordeeltjes goed
gemengd wordt. We konden hiermee aantonen dat dubbel onverzadigd
vetzuren inderdaad sterker aan het oppervlak adsorberen dan enkelvoudig
onverzadigde vetzuren, zoals we ook bij de hydrogeneringen van linoleaat
hadden gevonden.
Figuur
6. De adsorptie-opstelling. 1 = reaktor, 2 = toevoer gassen, 3 =
monstername, 4 = bevestiging schudmechanisme.
Conclusie
In dit proefschrift zijn een aantal sleutel-processen in het hydrogeneren,
op het oppervlak, als ook in de poriën van de katalysator,
stap voor stap onderzocht. Dit heeft geresulteerd in een verfijnde
set van formules (model), gebaseerd op elementaire reaktiestappen,
voor de beschrijving van de hydrogenering van enkel- en dubbelvoudig
onverzadigde oliemolekulen. De gevolgde benadering om ingewikkelde
reaktieschema’s op te bouwen vanuit elementaire reaktiestappen
is een succesvolle methodiek gebleken. Verder is uit series van
experimenten het gelijktijdig difusie- en reaktieproces in het
katalysatordeeltje kwantitatief in kaart gebracht. Behalve als
aanvulling van de hiaten in de literatuur op het gebied van selektieve
hydrogenering van eetbare olien, is tevens een basis gelegd voor
verder onderzoek naar hydrogenering van meervoudige vetzuren om
het gehalte aan linolzuur te vergroten en trans te verkleinen
in margarine.